SCHIEDAM- Er zijn knopen doorgehakt over de toekomst van de spoorlijn tussen Leiden en Dordrecht, meldt de gemeente Schiedam. Het Rijk, de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leiden, Den Haag, Schiedam, Rotterdam en Dordrecht hebben de eerste keuzes gemaakt over de toekomst van de spoorlijn. Er wordt onderzocht hoe er meer treinen kunnen rijden, hoe er viersporigheid kan komen tussen Delft en Schiedam, hoe er nieuwe stations (zoals Kethel) kunnen worden geopend en hoe vier Knooppuntstations (zoals Schiedam Centrum) grootschalig aangepast kunnen worden. Voor elk deelproject is nu een keuze gemaakt welke maatregelen kansrijk genoeg zijn om verder te onderzoeken. Naar verwachting wordt eind 2025 een keuze gemaakt welke maatregelen de voorkeur hebben.
Vanuit Schiedam, met name de gebiedsontwikkeling SchieDistrict, wordt sinds 2020 gewerkt aan financiering vanuit Rijk en regio voor verbetering van het verouderde station Schiedam Centrum, dat een belangrijk regionaal openbaar vervoerknooppunt is aan de westkant van Rotterdam. Verbetering van dit station is nodig vanwege de geplande verstedelijking en verwachte reizigersgroei in de komende decennia. Daarnaast is het belangrijk dat dit OV-knooppunt qua ruimtelijke kwaliteit, functionaliteit en sociale veiligheid in de pas blijft lopen met de aangrenzende ontwikkelingen in SchieDistrict (wonen, werken, een leven lang ontwikkelen) en Schiedam als geheel.
De investeringen in de spoorlijn Leiden-Dordrecht hangen samen met de bouw van 170.000 woningen en het realiseren van 85.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de regio. Dit is van groot belang voor de economische kracht van dit gebied en voor mensen die op zoek zijn naar betaald werk, een woning en een leefbare omgeving. Om extra drukte op de wegen te voorkomen en een alternatief te bieden voor de auto zou meer en beter openbaar vervoer op de Oude Lijn noodzakelijk zijn.
