ROTTERDAM- De rechtbank in Rotterdam veroordeelt de 25-jarige Issam Al B., geboren in Rotterdam en in het bezit van een Marokkaans paspoort, tot 12 jaar gevangenisstraf voor het dodelijke schietincident in de Lusthofstraat te Rotterdam-Kralingen. De man, die vastzit in de penitentiaire inrichting in Krimpen aan den IJssel, wordt schuldig bevonden aan doodslag, poging tot doodslag en het bezit van een vuurwapen.
De uitspraak volgt ruim anderhalf jaar na het schietincident dat zich afspeelde op 29 maart 2024. Op die avond, even na 20.00 uur, klinken er twee harde knallen in de straat voor de deur van de Hema. Bewoners horen geschreeuw en zien hoe een Volkswagen T-Roc langzaam tot stilstand komt. Binnen in de auto zitten drie mannen. Eén van hen, de 22-jarige M. O.-S., wordt in zijn hoofd geraakt en overlijdt vrijwel meteen. De bestuurder, A. I., raakt gewond aan zijn been. Achterin zit een neef van de verdachte, die ongedeerd blijft, maar alles van dichtbij meemaakt.
De officier van justitie eistte 13 jaar cel. Volgens het Openbaar Ministerie is er geen sprake van moord met voorbedachte raad, maar wel van doodslag. De rechtbank volgt dat grotendeels, maar legt een jaar minder op omdat Al B. spijt heeft getoond, niet eerder is veroordeeld voor vergelijkbare feiten en zich korte tijd na het incident zelf bij de politie heeft gemeld.
Uit het vonnis blijkt dat Al B. twee kogels afvuurt van zeer korte afstand op de auto die stapvoets door de straat rijdt. De eerste kogel belandt in de motorkap, vlak voor de bestuurder. De tweede kogel vliegt door het open raam aan de bijrijderskant, gaat dwars door het hoofd van M. O.-S. en komt daarna in het bovenbeen van A. I. terecht. Volgens de patholoog is de dood van het slachtoffer zonder twijfel het gevolg van hersenbeschadiging door het schot.
De rechtbank stelt dat de verdachte, die zich schuilhield tussen geparkeerde auto’s en pas opstaat toen de wagen hem nadert, bewust het risico heeft genomen dat de inzittenden zouden sterven. Het schieten in een smalle straat op korte afstand van een langzaam rijdende auto kan volgens de rechters alleen worden gezien als handelen met de bedoeling de inzittenden te raken. De verklaring van Al B. dat hij naar de onderkant van de auto richtte, vindt geen steun in het sporenbeeld.
Tijdens de rechtszaak komt naar voren dat de dodelijke schoten zijn oorsprong vinden in een slepende ruzie over drugshandel. Volgens Al B. werd hij maandenlang achtervolgd, mishandeld en afgeperst door de twee slachtoffers. Hij beweert dat er zelfs een vuurwapen bij zijn huis is gezien en dat er een gps-tracker onder zijn auto was geplaatst. Toen hij die avond zijn neefje ophaalde in de Adamshofstraat, zag hij de Volkswagen T-Roc aankomen. Hij dacht dat zijn neef werd ontvoerd en zegt dat hij in paniek raakte, maar de rechtbank gelooft dat verhaal niet. De rechters oordelen dat er geen sprake was van noodweer en ook niet van een plotselinge aanval. Al B. parkeerde zijn auto juist buiten het zicht, pakte zijn Glock 9mm-pistool en wachtte de auto op. Hij laadde zijn wapen door en op het moment dat de wagen langzaam naderde, schoot hij zonder waarschuwing. Volgens de rechtbank is dat geen verdediging, maar een aanval.
De rechtbank spreekt Al B. vrij van moord, omdat er onvoldoende bewijs is dat hij met voorbedachte raad handelde. Er zijn wel duidelijke aanwijzingen dat hij met opzet heeft geschoten. Daardoor wordt hij veroordeeld voor doodslag op M. O.-S. en poging tot doodslag op A. I. Ook het bezit van het wapen – een Glock type 45 kaliber 9mm – wordt bewezen verklaard. De verdachte had het wapen naar eigen zeggen gekocht om zichzelf te beschermen, maar dat argument wordt van tafel geveegd. ‘Wie een pistool aanschaft met het idee zich veilig te voelen, vergroot juist het risico dat het ook gebruikt wordt’, aldus de rechtbank.
Tijdens de zitting komt Al B. tot tranen. Hij zegt dat hij ‘een enorme fout’ heeft gemaakt en dat hij nooit de bedoeling had om iemand te doden. De rechtbank weegt zijn berouw mee, net als het feit dat hij nog jong is en openheid van zaken heeft gegeven. Toch weegt de ernst van de daad zwaarder. ‘Hij heeft een jong leven van 22 jaar ontnomen en daarmee een familie onherstelbaar leed aangedaan’, zegt de voorzitter van de rechtbank.
De familie van het slachtoffer is aanwezig bij de uitspraak. Twee zussen lezen emotionele verklaringen voor waarin ze vertellen hoe hun broer vol plannen was en hoe zijn dood hun leven volledig heeft veranderd. De rechtbank zegt te beseffen dat geen enkele straf dat verdriet kan wegnemen.
De rechter beslist dat Al B. meer dan 26.000 euro aan schadevergoeding moet betalen. De moeder van het slachtoffer krijgt 17.500 euro aan immateriële schadevergoeding voor het verlies van haar zoon. Een zwager die vliegtickets betaalde om de familie naar Marokko te laten vliegen voor de begrafenis, krijgt 1.901.09 euro vergoed. De bestuurder die het incident overleefde, A. I., krijgt 7.500 euro smartengeld, omdat hij een kogel in zijn been kreeg en maandenlang met pijn rondliep. Andere familieleden, waaronder drie zussen en een zwager van het slachtoffer, dienen ook vorderingen in, maar die worden afgewezen of doorgestuurd naar de burgerlijke rechter. De rechtbank oordeelt dat sommige schadeposten onvoldoende zijn onderbouwd, bijvoorbeeld omdat medische rapporten over psychische klachten ontbreken.