WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

ALI V. (45) VLAARDINGEN KRIJGT TAAKSTAF VOOR MISHANDELING BROER

VLAARDINGEN- Ali V. (45) uit de Vlaardingse Westwijk is veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur voor het mishandelen van zijn broer, waarbij deze zwaar lichamelijk letsel opliep. De opgelegde straf blijft daarmee aanzienlijk achter bij de eis van het Openbaar Ministerie, dat een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van bijna een jaar had voorgesteld.

De Turk Ali V. (geboren te Sarioglan) is vrijgesproken van poging tot zware mishandeling, het meest ernstige onderdeel van de tenlastelegging. De rechtbank oordeelt dat bij hem geen opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, kan worden vastgesteld op het veroorzaken van een gebroken rug bij zijn broer. De rechtbank acht wel bewezen dat V. tijdens een ruzie in oktober 2018 een fles tegen het gezicht van zijn broer gooide, diens keel dichtkneep en zijn hoofd tegen de grond drukte. Door dit geweld liep het slachtoffer een breuk in de rug op, met blijvende lichamelijke beperkingen tot gevolg.

Bij de beoordeling baseert de rechtbank zich onder meer op de verklaring van de moeder van beide mannen, die getuige was van het incident. Haar relaas wordt als betrouwbaar beoordeeld en op belangrijke punten ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verklaringen van het slachtoffer zelf liepen op enkele onderdelen uiteen, wat leidt tot een gedeeltelijke vrijspraak voor enkele handelingen.

De rechtbank stelt vast dat V. zijn broer ernstig letsel heeft toegebracht en hem zowel fysiek als mentaal langdurig heeft beschadigd. De broer moet voortleven met staven in zijn rug en beperkte bewegingsvrijheid. Toch acht de rechtbank de straf lager dan geëist passend, mede vanwege het blanco strafblad van V., het feit dat hij sinds het incident niet opnieuw met justitie in aanraking is gekomen en de overschrijding van de redelijke termijn in de strafzaak, die inmiddels ruim 6 jaar heeft geduurd.

Daarnaast moet V. een schadevergoeding van 20.000 euro betalen aan zijn broer wegens immateriële schade. De vordering voor ruim 93.000 euro aan materiële schade is afgewezen, omdat die onvoldoende onderbouwd is en beter door een civiele rechter kan worden beoordeeld.

De rechtbank legt geen (voorwaardelijke) gevangenisstraf op. Volgens de rechters ontbreekt daarvoor na zo’n lange tijd zonder nieuwe strafbare feiten een gerechtvaardigd belang.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *