WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

VLAARDINGEN WINT ‘RACE’ VROEGE VRIJMARKTPLEKKEN VAN SCHIEDAM

SCHIEDAM– In Vlaardingen zijn vannacht al rond 04.00 uur de eerste kleedjes uitgerold op het Liesveld, onder de overkapping van het winkelcentrum. Binnen korte tijd staan de eerste uitstallingen opgesteld en wordt het zoeken naar een vrije plek onmogelijk. In Schiedam blijft het op datzelfde moment nog stil: in de Gorzen staan de kramen leeg, en stoepkrijtstrepen van vroege verkopers zijn nergens te bekennen. Alleen bij het Land van Belofte in de binnenstad is al enige activiteit, waar de eerste koopwaar rond 05.00 uur wordt neergelegd. Verder blijft Schiedam nog tot na zonsopkomst opvallend rustig.

Het fenomeen van vroege kleedjesleggers is inmiddels niet meer weg te denken op Koningsdag. Wat begon als spontane actie in de jaren ’70 in Utrecht, is uitgegroeid tot een traditie waarbij mensen hun plekje soms uren of zelfs een hele nacht van tevoren veiligstellen. In grote steden als Amsterdam en Utrecht leidt dit jaarlijks tot een kleurrijk schouwspel van stoepkrijttekeningen, luchtbedden en geïmproviseerde kraampjes.

De vrijmarkt zelf kent een lange voorgeschiedenis. Hoewel de verkoop van tweedehands spullen pas in de jaren ’70 werd gedoogd, gaat de viering van de koninklijke verjaardag terug tot 1885. Toen werd voor het eerst een nationale feestdag georganiseerd ter ere van de vijfde verjaardag van prinses Wilhelmina. Het ging toen om optochten en festiviteiten, niet om handel. Pas veel later groeide het idee van een ‘vrije markt’ uit tot wat het nu is: een laagdrempelige en feestelijke manier om oude spullen een tweede leven te geven.

In steden als Amsterdam wordt het nachtelijk reserveren van plekken tegenwoordig breed geaccepteerd, al zijn er duidelijke regels: geen spijkers of plakband, geen obstakels voor hulpdiensten en alleen verkoop van tweedehands spullen of zelfgemaakte creaties. Ook in Utrecht barst de handel al op Koningsnacht los, met drukbezochte plekken zoals het Vredenburgplein en de Mariaplaats. Den Haag houdt de touwtjes iets strakker in handen, met gereguleerde vrijmarktzones en vaste starttijden.

Kleinere gemeenten, zoals Haarlem en Zwolle, proberen de drukte beheersbaar te houden door pas op de ochtend zelf plekgebruik toe te staan. Daar worden te vroege stoepkrijtreserveringen soms zelfs verwijderd. Toch is het overal duidelijk: het vinden van een goede plek is voor veel mensen een sport op zich. Sommige verkopers laten zich gelden met uitbundige krijttekeningen, hartjes, kronen of gevatte teksten als ‘Verboden terrein voor concurrenten’ of ‘Hier verkoopt een kind met grote dromen’.

Dat de centra van steden de aangewezen plekken zijn voor vrijmarkten is geen toeval. De drukte, de sfeer en de logistiek maken binnensteden aantrekkelijk voor zowel bezoekers als handelaars. Bovendien kunnen noodroutes en hulpdiensten in deze gebieden makkelijker worden geregeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *