SCHIEDAM– In het onderzoek met de naam Chula Vista is een 56-jarige verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden wegens het vervalsen van administratieve documenten. De opgelegde straf voor de vrouw wijkt af van de eis van het Openbaar Ministerie, dat dezelfde duur had voorgesteld, maar met een proeftijd van 2 jaar.
Volgens de uitspraak heeft de veroordeelde samen met anderen bewust valse informatie opgenomen in de bedrijfsadministratie van een onderneming in Schiedam. Hierdoor werden belastinggegevens niet correct verwerkt, bleef een deel van de inkomsten buiten de officiële boekhouding en werden werknemers contant en buiten de reguliere registratie betaald. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte actief betrokken was bij het bijhouden van het kasboek en het manipuleren van Z-afslagen, waarbij oorspronkelijke dagomzetten werden verwijderd en vervangen door aangepaste versies.
Tijdens de zitting verdedigde haar raadsman, mr. A.K. Ramdas, haar positie door te stellen dat zij slechts handelde volgens instructies van de medeverdachte en onvoldoende kennis had van administratieve procedures. De rechtbank oordeelde echter dat zij zich bewust moet zijn geweest van de onregelmatigheden en dat de werkwijze doelbewust werd toegepast. Uit haar eigen verklaring bleek dat zij personeel contant uitbetaalde en deze betalingen buiten de officiële administratie hield, conform de instructies van de medeverdachte.
Naast de manipulatie van kasboeken en Z-afslagen, speelde de vrouw ook een rol in het vervalsen van urenlijsten en salarisspecificaties. Documenten bevatten onjuiste gegevens over gewerkte uren en salarissen van werknemers. De rechtbank concludeerde dat deze documenten bewust zijn aangepast om een deel van de loonbetalingen buiten de officiële administratie te houden.
Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank rekening met het blanco strafblad van de vrouw en de lange duur van het proces. De zaak begon in 2017 met doorzoekingen en leidde pas in 2025 tot een uitspraak, waardoor de redelijke termijn aanzienlijk is overschreden. Dit, samen met haar ondergeschikte positie binnen de organisatie, leidt ertoe dat de rechtbank afziet van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.