ROTTERDAM– Het subsidieproject ‘Grip op Onbegrip’, onderdeel van een Rijksprogramma, wordt door de gemeente Rotterdam ingezet voor het verbeteren van de aanpak voor mensen met onbegrepen gedrag . Het project richt zich op domeinoverstijgende samenwerking tussen het sociaal, zorg- en veiligheidsdomein. Hierdoor wordt gezamenlijk bepaald welke professionele inzet op welk moment nodig is, met als doel passende zorg, ondersteuning en veiligheid te organiseren.
Eind vorig jaar is een pilot straattriage gestart, waarbij een duo bestaande uit een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en een politieagent drie dagen per week op straat meehelpt bij het oplossen van acute situaties. Deze werkwijze wordt in 2025 voortgezet en uitgebreid met behulp van ‘Grip op Onbegrip’.
Binnen dit project werkt de gemeente samen met diverse partijen, waaronder de politie, ambulancedienst en Antes Zorg (GGZ). De samenwerking heeft al geleid tot concrete initiatieven, zoals het politie-GGZ-programma, waarbij sociaal psychiatrisch verpleegkundigen samen met politieagenten acute meldingen behandelen. Deze aanpak zorgt ervoor dat mensen sneller de juiste zorg ontvangen.
Hoewel het aantal meldingen van verwarde mensen niet is gestegen ten opzichte van vorig jaar, blijven lange wachttijden binnen de geestelijke gezondheidszorg een punt van zorg. De gemeente denkt dat dit project slechts een deel van een bredere inspanning is om de problematiek rondom mensen met onbegrepen gedrag aan te pakken.
Naast ‘Grip op Onbegrip’ zet Rotterdam ook in op andere programma’s en instrumenten om mensen die zorg mijden, naar passende hulp te leiden. Voorbeelden zijn bemoeizorgteams, ggz-specialisten in wijkteams en het meldpunt ‘Zorgen om een ander’. Deze combinatie van maatregelen biedt perspectief en versterkt de samenwerking tussen betrokken partijen.
De gemeente heeft ook een lobby ingezet om het geld voor ‘Grip op Onbegrip’ structureel te maken. Momenteel zijn de financieringen tijdelijk van aard, maar het succes van het project onderstreept de noodzaak om dit te continueren, vindt het stadsbestuur.