SCHIEDAM– Het Algemeen Bestuur (AB) van Stroomopwaarts heeft van het Schiedamse stadsbestuur een brief ontvangen, waarin wordt verzocht om de huidige set Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) uit te breiden. Deze nieuwe set KPI’s moet beter inzicht geven in de doelstellingen en prestaties van Stroomopwaarts, zodat de gemeente meer grip krijgt op de effectiviteit van de programma’s die gericht zijn op armoedebestrijding, werkgelegenheid en inburgering.
De aanleiding voor deze opdrachtbrief ligt in de wens van de gemeenteraad om Stroomopwaarts te sturen op duidelijke en meetbare KPI’s. Doel van deze maatregel is om een betere afstemming te bereiken tussen de doelstellingen van de gemeente en de prestaties van Stroomopwaarts. In de begroting 2024 zijn al enkele nieuwe KPI’s toegevoegd, maar het college acht deze nog onvoldoende om de gemeentelijke ambities waar te maken.
Op basis van de zienswijze van de raad op de ontwerpbegroting 2025 heeft Stroomopwaarts aangegeven dat er behoefte is aan een uitbreiding van de KPI’s. De gemeente heeft daarop gereageerd door een concrete lijst van nieuwe KPI’s voor te stellen. De voorgestelde uitbreiding omvat onder andere:
Meer gedetailleerde informatie over het aantal banen met LKS (Lage-Kwalificerende Scholieren) per jaar en de blijvende uitstroom van werkleertrajecten.
Inzicht in het aantal cliënten in sociale en maatschappelijke trajecten.
Kwalitatieve gegevens over de cliënten die door Stroomopwaarts worden begeleid.
Verdere cijfers over het aantal mensen in de WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) en beschut werk, en het aantal mensen op de wachtlijst voor dergelijke voorzieningen.
Aantal inburgeraars en de voortgang van hun trajecten, inclusief het percentage dat binnen drie jaar het traject afrondt, aangezien dit een belangrijke maatregel is waar de gemeente door het Rijk op wordt afgerekend.
Hoewel het college de opdrachtbrief heeft verstuurd, is het formeel niet in de bevoegdheid van het college om het AB Stroomopwaarts op te dragen om deze KPI’s in te voeren. Het is namelijk de taak van het AB om zelfstandig inlichtingen te verstrekken aan de raad. De opdrachtbrief is bedoeld om de urgentie van de situatie duidelijk te maken en om het AB te bewegen de voorgestelde KPI’s in de verantwoordingsstukken op te nemen.
Op 28 november 2024 wordt de opdrachtbrief behandeld tijdens een vergadering van het AB Stroomopwaarts. Als het AB instemt met de voorgestelde uitbreiding van de KPI’s, zal het Dagelijks Bestuur van Stroomopwaarts worden gevraagd om een heroriëntatie van de bestaande set KPI’s uit te voeren.
De MVS colleges hebben helemaal niets in te brengen bij Stroomopwaarts MVS (SOW), tenminste als deze colleges eind 2023 SOW daadwerkelijk hun bevoegdheden hebben gedelegeerd aan SOW.
SOW ‘opereerde’ eerder namelijk op grond van uiterst dubieuze algemene proces-machtigingen waarbij bij SOW gedetacheerde secretarissen van een adviescommissie waren gemachtigd en hun ambtelijke status uitsluitend ontleenden aan die adviescommisie.
Als er al sprake is van (echte) delegatie door de MVS colleges, dan zouden de MVS raden daarmee ook buiten spel gezet zijn nu de de MV raden uitsluitend zeggenschap hebben over het eigen college.
Wat is waar en niet waar? SOW opereerde tot eind 2023 in ieder geval op basis van gebakken lucht, en na die periode waarschijnlijk nog steeds want zouden de MVS colleges hun bevoegdheden ook echt gedelegeerd hebben, dan is ons politieke stelsel nog altijd zo ingericht dat de MVS raden dan ook hun bevoegdheden gedelegeerd hebben aan een vergelijkbaar orgaan. Nu dit laatste kennelijk niet is gebeurd, moet het erop worden gehouden dat SOW nog steeds ‘opereert’ op grond van bovengenoemde wettelijk niet-bestaande ‘algemene procesbesluiten’ waarbij een open-eind mandaat wordt verleend aan de secretarissen van de ‘bezwaarschriftencommiessie’ van SOW, daar waar dat eerder nog aparte MVS adviescommissies waren.
Hoe de constructie nu ook is, het blijft illegaal en daarmee een uur in de wind stinken, want een ‘Openbaar Lichaam’ dat geen Openbaar Lichaam in de zin der wet is, staat voor een een soort ‘Rijksgouw’; een non-democratisch instituut zoals in Nazi-Duitsland het geval.