SCHIEDAM– Een Schiedamse manager krijgt geen Ziektewet-uitkering over de maanden maart tot en met juli 2025, nadat hij vorig jaar ziek thuis kwam te zitten na 17 werken. De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam wijst zijn beroep tegen het UWV volledig af. Volgens de rechter kan het UWV zijn beslissing baseren op medische rapporten van verzekeringsartsen die concluderen dat de man weer geschikt is voor zijn werk als manager.
Mnager voelt zich volledig miskend. Hij voert aan dat hij op 14 maart 2025 nog lang niet hersteld was van een reeks ernstige klachten. In zijn dossier staan burn-out, depressie, nek- en rugpijn door hernia, spierblessures, een gebroken arm en voet, lichte hersenvliesontsteking, overgewicht, hoofdpijn, koorts, ontstoken ogen en zelfs symptomen die op kanker wijzen. Hij overhandigde foto’s en doktersbrieven om te bewijzen dat werken in die periode een aanslag op zijn gezondheid zou zijn geweest. Volgens hem heeft hij na 17 jaar werken recht op een uitkering.
Het UWV volgt een andere lijn. Twee verzekeringsartsen onderzochten de man grondig. Het eerste rapport dateert van maart 2025, het tweede van juli 2025. Uit lichamelijk onderzoek blijkt dat zijn armen, handen, knieën en schouders volledig functioneerden. Hij kon hurken, op hakken en tenen staan, en zijn handkracht was maximaal. Het psychologisch onderzoek laat zien dat hij zijn aandacht goed kan richten, zijn verhaal helder kan vertellen en normaal reageert op vragen. Hoewel hij soms afwijkende opvattingen over gezondheid heeft, worden geen stoornissen in denken of waarnemen vastgesteld. De artsen concludeerden dat er geen medische reden is om hem ziek te verklaren en dat hij volledig kan werken als manager.
De voorzieningenrechter bevestigt het oordeel van de artsen. De ingediende medische documenten en foto’s van de man zijn volgens de rechter al meegenomen in het onderzoek en bieden geen aanleiding om de eerdere conclusies ter discussie te stellen. Dat de man zijn eigen beperkingen ernstiger inschat, is onvoldoende om het besluit van het UWV terug te draaien.
Het gevolg is dat hij geen Ziektewet-uitkering ontvangt over de maanden maart tot en met juli 2025 en ook geen vergoeding van de proceskosten. Het verzoek om een voorlopige voorziening, zodat hij alvast een deel van de uitkering zou krijgen, wordt eveneens afgewezen.
In het vonnis staat dat het UWV zorgvuldig te werk is gegaan. De medische rapporten zijn uitgebreid en gebaseerd op dossiers, psychologisch en lichamelijk onderzoek en overleg met de huisarts. De rechtbank vindt dat nader onderzoek geen nieuwe inzichten zal opleveren en besluit de zaak af te sluiten.
