SCHIEDAM– Er is door het stadsbestuur een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een ondergronds netwerk van leidingen voor de beoogde nieuwe woonwijk op Schieveste, gelegen tussen de Parallelweg en de Overschieseweg. Het gaat hier om nieuwe systemen voor warmte- en koudeopslag (WKO), thermische energie uit oppervlaktewater (TEO), en een distributienetwerk waarmee deze energie wordt verspreid naar gebouwen.
WKO staat voor warmte- en koudeopslag. Hierbij wordt gebruik gemaakt van natuurlijke temperatuurverschillen in de bodem. In de zomer wordt warmte uit gebouwen opgeslagen in waterlagen diep in de grond (zogenoemde aquifers), terwijl in de winter die opgeslagen warmte weer wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen. Omgekeerd wordt koude uit de winter opgeslagen voor gebruik in de zomer, bijvoorbeeld voor koeling. Via leidingen wordt water dat warmte of koude bevat verplaatst tussen de ondergrond en technische installaties in gebouwen.
TEO, oftewel thermische energie uit oppervlaktewater, maakt gebruik van temperatuurverschillen in rivieren, sloten of kanalen. In warme maanden wordt relatief warm water uit het oppervlaktewater gehaald om gebouwen te verwarmen, of om juist koude op te slaan voor later gebruik. Dit systeem is vooral geschikt in waterrijke gebieden en vereist een netwerk van leidingen tussen het water, een technische centrale en de gebouwen die worden aangesloten.
Het derde onderdeel van het project bestaat uit distributieleidingen. Deze buizen zorgen ervoor dat de opgeslagen of gewonnen warmte en koude daadwerkelijk bij de gebouwen terechtkomt. Net als bij een traditioneel warmtenet worden de leidingen aangesloten op technische ruimtes van woningen of andere panden, waar warmtewisselaars de energie overdragen aan het lokale verwarmingssysteem. Het hele netwerk functioneert als een gesloten systeem, waarbij water circuleert tussen bronnen, opslag en afnemers.
Hoewel de gebouwen waarvoor deze leidingen bedoeld zijn nog gebouwd moeten worden, is het technisch gezien noodzakelijk om het leidingwerk alvast aan te leggen. Ondergrondse infrastructuur moet vaak vooraf worden geplaatst, zodat latere werkzaamheden niet belemmerd worden. Denk hierbij aan graafwerk in straten die daarna opnieuw worden ingericht. Het voorkomt vertraging in de bouwfase als deze voorzieningen al vooraf aanwezig zijn.