ROTTERDAM– Rahma H., een moeder met drie minderjarige kinderen, krijgt geen toegang tot de maatschappelijke opvang van de gemeente Rotterdam. De voorzieningenrechter oordeelde donderdag dat de gemeente terecht heeft geoordeeld dat de vrouw zichzelf kan redden.
De vrouw, afkomstig uit Somalië, is sinds 2008 in Nederland en bezit inmiddels de Nederlandse nationaliteit. Ze vroeg eerder dit jaar om maatschappelijke opvang, omdat zij geen vaste woonplek heeft voor zichzelf en haar kinderen. De gemeente wijst haar aanvraag af, omdat ze in het verleden zelfstandig een bestaan heeft opgebouwd in Engeland en Somalië. Volgens het gemeentebestuur kan zij ook in Nederland weer zelfstandig een woning regelen.
In de periode van januari tot mei verbleef de vrouw met haar kinderen op tijdelijke adressen via onder meer een stichting, het Rode Kruis en het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam. Vanaf 15 mei heeft het gezin geen opvangplek meer. De vrouw vroeg daarom een spoedmaatregel aan, maar die wordt afgewezen.
Volgens de rechter blijkt uit eerdere gesprekken met de gemeente dat de vrouw buiten het huisvestingsprobleem geen andere grote obstakels heeft. Ze heeft eerder zelfstandig voor huisvesting, onderwijs en inkomen gezorgd en ontvangt inmiddels ook voorschotten op een bijstandsuitkering. Van medische of psychische problemen is op dit moment onvoldoende onderbouwing aangeleverd.
De rechter erkent dat het om een moeilijke situatie gaat, maar ziet geen aanleiding om in te grijpen. De gemeente heeft volgens de rechter voldoende onderzocht of hulp nodig is en heeft mogen oordelen dat daar nu geen sprake van is. De belangen van de kinderen zijn volgens de rechter meegewogen. Mocht hun veiligheid alsnog in gevaar komen, dan kan het crisisinterventieteam worden ingeschakeld.
Het verzoek om een voorlopige voorziening is weliswaar afgewezen, maar zij kan haar bezwaar nog verder onderbouwen met medische en andere stukken.
Bijstandsuitkering? Is werken geen optie?