ROTTERDAM- De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft samen met de Vervoerregio Amsterdam een officieel bezwaar ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat tegen de voorgenomen bezuiniging van 110 miljoen euro op het openbaar vervoer. De regio’s zien zich hiertoe genoodzaakt, omdat de korting volgens hen onrechtmatig is en ingaat tegen de afspraken over behoorlijk bestuur.
Volgens voorzitter Jan van Zanen(VVD) is de korting terug te voeren op een administratieve misser, maar blijft het Rijk vasthouden aan het schrappen van het bedrag. ‘Dat kan niet zonder gevolgen blijven’, stelt Van Zanen. ‘In de regio Rotterdam kan dat betekenen dat er tot een vijfde minder bussen rijden en dat een rit met bus, tram of metro fors duurder wordt. Voor reizigers is dat gewoon niet te verantwoorden.’ De bezuiniging raakt de zogenoemde Brede Doeluitkering (BDU), het geld waaruit de regio’s vrijwel al hun openbaar vervoer bekostigen. Hierdoor komt niet alleen het dagelijkse bus- en metroverkeer in de knel, ook onderhoud aan rails en vernieuwing van belangrijke knooppunten kan vertraging oplopen.
De regio’s stellen dat het Rijk de korting heeft doorgevoerd zonder tijdig overleg en zonder de wetgevende taken van de vervoerregio’s aan te passen. In hun bezwaar wijzen ze erop dat dit in strijd is met meerdere beginselen van behoorlijk bestuur, zoals zorgvuldigheid en rechtszekerheid. Door het bezwaarschrift te sturen, houden de regio’s de mogelijkheid open om desnoods via de rechter alsnog hun gelijk te halen. Eerder kregen ook andere gemeenten hun gelijk bij vergelijkbare ingrepen, zoals bij de jeugdzorg.
In de regio Rotterdam volgt men de uitkomst van dit conflict op de voet. Lokale bestuurders vrezen voor de bereikbaarheid van wijken, de druk op de spits en een daling van het comfort voor forenzen. De Metropoolregio roept het kabinet dan ook op de korting per omgaande van tafel te halen, zodat bussen, trams en metro’s kunnen blijven rijden zoals reizigers dat gewend zijn.
