OOK SCHIEDAM WIL REFERENDUM AFSCHAFFEN

SCHIEDAM- Het huidige gemeentebestuur van Schiedam (VVD, Denk, D66, PvdA en PS) ziet geen heil in een nieuwe Schiedamse Referendumverordening. De verordening uit 2005 zou sterk verouderd zijn, maar hoeft niet te worden vervangen. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van participatie zouden een referendum overbodig hebben gemaakt. Om die reden adviseert het college de gemeenteraad de Referendumverordening 2005 in te trekken.

Het houden van een referendum brengt hoge kosten met zich mee en vergt een forse inzet van de gemeente. Deze kosten en benodigde inzet zijn vergelijkbaar met de inzet voor verkiezingen. De kosten en inzet wegen, volgens burgemeester en wethouders, niet op tegen het resultaat en de voortvarendheid van bijvoorbeeld buurtgerichte draagvlakmetingen of andere participatieinstrumenten.

Voor het EU-referendum op 6 april 2016 worden in Schiedam maar zeventien stembureaus neerzet in plaats van dertig. De volksraadpleging over een handelsverdrag met onder meer de Oekraïne zou ongeldig zijn bij een opkomstpercentage van minder dan 30%. Het aantal plekken om te stemmen is daarom belangrijk, omdat dit de opkomst mede kan bepalen.

Landelijk is het raadgevend referendum geïntroduceerd als opmaat naar een correctief bindend referendum. Naar de mening van het toenmalige kabinet is de politieke steun voor het correctief bindend referendum sindsdien afgebrokkeld en is het daarmee als beoogd einddoel voorlopig uit zicht. Het nationaal raadgevend referendum zou als tussenstap niet hebben gebracht wat ervan werd verwacht, oordeelde D66-minister Kajsa Ollongren destijds, onder meer door een controverse over de wijze van aanvragen en verschillende interpretaties van de uitslag.

Bij herhaling heeft de Nederlandse bevolking EU-beleid weggestemd bij de drie referenda: tegen een EU-grondwet, tegen de sleepwet en tegen een associatieverdrag met de Oekraïne. Het kabinet wil daarom een pas op de plaats maken en stelt voor de Wet raadgevend referendum in te trekken.