SCHIEDAM– Een vrouw uit de Oekraïne, die uit het AZC in Schiedam is gezet, omdat zij te vaak wegbleef, mag voorlopig terugkeren. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam bepaald. Volgens de rechter heeft de gemeente Schiedam onzorgvuldig gehandeld, omdat de vrouw geen kans kreeg om haar kant van het verhaal te vertellen.
In de periode van 23 april tot 1 september was de vrouw in totaal 32 dagen niet aanwezig in het AZC. Het ging om veertien losse dagen en negen keer twee dagen achter elkaar. Zij had deze afwezigheden niet gemeld bij de opvang, terwijl de regels voorschrijven dat bewoners maximaal 28 dagen per jaar weg mogen blijven. Op 1 september kreeg de vrouw mondeling te horen dat ze het AZC moest verlaten. Twee dagen later, op 3 september, moest ze haar spullen hebben gepakt. De locatiemanager stuurde dit bericht via WhatsApp. De vrouw maakte bezwaar, maar het college van burgemeester en wethouders van Schiedam besloot op 12 september het besluit te bekrachtigen. Tijdens de rechtszaak gaf de gemeente aan dat er een groot tekort aan opvangplekken is en dat het maatschappelijk niet verantwoord is om een plek onbezet te laten.
De voorzieningenrechter erkent dat de vrouw inderdaad vaker dan 28 dagen afwezig was en dat de gemeente daarom het recht heeft om haar opvangplek in te trekken, maar dat betekent niet dat de gemeente daartoe verplicht is. Volgens de rechter had de gemeente eerst moeten kijken naar de persoonlijke situatie van de vrouw, omdat het hier gaat om een zogenoemde ‘kan-bepaling’, deze bepaling zegt dat het bestuursorgaan iets mag besluiten, maar het staat het ook vrij om dat niet te doen.
De rechter stelt vast dat de vrouw niet met onbekende bestemming was vertrokken. Zij maakte het grootste deel van de tijd wel gebruik van haar plek in het AZC in Schiedam en zou er dus groot belang bij hebben om daar te blijven. Toch kreeg ze geen gelegenheid om haar zienswijze te geven voordat het besluit werd genomen. De rechter vindt dat dit in strijd is met zorgvuldige besluitvorming. Ook blijkt tijdens de zitting dat er verwarring kan zijn over hoe de regels worden toegepast. In sommige communicatie wordt gesproken over dagen afwezigheid, in andere stukken over nachten. Dat kan bewoners in Schiedam op het verkeerde been zetten. De rechter adviseert de gemeente om daar voortaan duidelijker over te zijn.
De vrouw vertelt tijdens de zitting dat ze momenteel tijdelijk bij een kennis verblijft. Daar kan ze niet permanent blijven, wat volgens de rechter voldoende reden is om de zaak met spoed te behandelen. Omdat de vrouw anders zonder onderdak zou komen te zitten, heeft de rechter besloten het besluit van de gemeente voorlopig te schorsen.
De rechter begrijpt wel dat de gemeente Schiedam streng wil zijn, omdat er weinig opvangplekken beschikbaar zijn. Als bewoners vaak wegblijven zonder dit te melden, kan dat tot oneerlijke situaties leiden. De vrouw was in een periode van iets meer dan 4 maanden in totaal 56 dagen niet aanwezig in het AZC. Dat is bijna de helft van de tijd. Toch weegt in dit geval het belang van de vrouw om onderdak te hebben zwaarder, omdat de gemeente niet zorgvuldig genoeg heeft gehandeld bij het opleggen van de maatregel.
Het besluit van de gemeente Schiedam om de opvang te beëindigen is nu geschorst tot 2 weken na de definitieve uitspraak in de bezwaarprocedure. De vrouw kan dus voorlopig terug naar het AZC. Daarnaast moet de gemeente het door de vrouw betaalde griffierecht van 53 euro terugbetalen. Ook moet Schiedam haar proceskosten vergoeden. Omdat de advocaat van de vrouw twee proceshandelingen heeft verricht, komt de vergoeding uit op een totaalbedrag van 1.814 euro.
Tegen deze voorlopige uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. De bezwaarprocedure loopt nog. Uiteindelijk zal de gemeente Schiedam opnieuw moeten beslissen of de vrouw haar opvangplek definitief mag behouden of niet.