SCHIEDAM- De 37-jarige Turk R. G. uit Schiedam is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar voor het langdurig handelen in harddrugs. De man is volgens de rechters al sinds begin 2022 actief in de handel in cocaïne en heroïne. De uitspraak is lager dan de eis van de officier van justitie, die 40 maanden cel had geëist. De zaak tegen G. komt aan het licht na meldingen over drugsoverlast in zijn buurt. Volgens de politie leidt dat tot een onderzoek waarbij telefoontaps, observaties en verklaringen van gebruikers worden verzameld. G. staat bekend als een bekende figuur in het lokale drugscircuit van Schiedam en Vlaardingen.
Uit het onderzoek blijkt dat G. vanuit de woning van zijn moeder aan de Mgr. Nolenslaan in Schiedam-Nieuwland drugs heeft bewaart, verpakt en verkocht. In december 2024 valt de politie daar binnen. Tijdens die inval treft de politie onder meer ruim een kilo cocaïne, 24 gram heroïne en kleine hoeveelheden MDMA aan. Ook vinden ze telefoons, gripzakjes, verpakkingsmateriaal en in totaal 6.835 aan contant geld. Een deel daarvan ligt in een jas die de verdachte vaak draagt.
De rechtbank oordeelt dat het geldbedrag van 535 euro afkomstig is van drugshandel. Dat bedrag wordt verbeurd en gaat naar de staat. Over de overige 6.300 euro bestaat onduidelijkheid: G. beweert dat dit geld van zijn jongere broer is. Omdat niet kan worden vastgesteld van wie het geld werkelijk is, blijft dat bedrag voorlopig in bewaring.
De rechters achten bewezen dat G. 3 jaar lang handelt in harddrugs in Schiedam en Vlaardingen. Twee vaste klanten verklaren bij de politie dat ze al jarenlang hun cocaïne en heroïne bij dezelfde man kopen, die ze kennen onder zijn bijnaam. Wanneer ze later een politiefoto te zien krijgen, herkennen ze hem zonder aarzeling als R. G. Zelf geeft hij tijdens de zitting toe dat hij drugs heeft verkocht, maar houdt vol dat dit maar een korte periode is geweest. Volgens hem stelt het niet veel voor. De rechtbank gelooft die uitleg niet en wijst erop dat uit het dossier blijkt dat hij al veel langer actief is. Ook heeft hij volgens de politie zijn handel professioneel opgezet, met een duidelijk klantenbestand en hulpmiddelen om de drugs te verpakken en verkopen.
Uit zijn strafblad blijkt dat G. de afgelopen jaren al meerdere keren is veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De rechtbank houdt daar rekening mee bij het bepalen van de straf. Ook wijst de rechtbank erop dat de verdachte niets lijkt te leren van eerdere veroordelingen. ‘Het is algemeen bekend dat harddrugs, mede vanwege de verslavende werking, schadelijk zijn voor de volksgezondheid’, staat in het vonnis. ‘Door de verspreiding van drugs en het gebruik ervan schaadt de verdachte de samenleving ernstig. Hij heeft alleen oog voor zijn eigen financieel gewin.’
Hoewel de officier van justitie een gevangenisstraf van 40 maanden eist, kiest de rechtbank voor 24 maanden cel. Daarbij kijkt ze naar de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. De rechters vinden een lagere straf passend, maar maken duidelijk dat alleen een onvoorwaardelijke celstraf op zijn plaats is.
De rechtbank verwerpt het verweer van zijn advocaat, mr. C.Y. Kekik uit Rotterdam, die stelt dat G. maar kort heeft gedeald en dat een deel van de in beslag genomen goederen niet aan hem toebehoort.
G. zit tijdens het proces al in voorlopige hechtenis in een penitentiaire inrichting. Die tijd wordt van zijn straf afgetrokken. De rechters bepalen dat hij de volledige straf binnen de gevangenis moet uitzitten, tot het moment dat hij eventueel voorwaardelijke invrijheidstelling krijgt.
Met de uitspraak van de rechtbank komt een einde aan een zaak die volgens justitie een duidelijk beeld geeft van een kleine, maar hardnekkige drugsdealer die jarenlang zijn handel weet voort te zetten ondanks eerdere veroordelingen.