SCHIEDAM- Een 13-jarige jongen is door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot 135 dagen jeugddetentie, waarvan 90 dagen voorwaardelijk en een werkstraf van 50 uur. De straf is opgelegd voor een reeks gewelddadige feiten, waaronder afpersing, diefstal, poging tot straatroof en openlijk geweld in Schiedam en Vlaardingen. Het Openbaar Ministerie had dezelfde straf geëist. De officier van justitie vroeg daarnaast om strikte voorwaarden tijdens de proeftijd van 2 jaar. De jongen moet zich melden bij de jeugdreclassering, zich inzetten voor school, meewerken aan behandeling en mag geen contact hebben met de slachtoffers en mededaders.
De jongen ging meerdere keren samen met medeverdachten op pad en gebruikte daarbij herhaaldelijk geweld of dreiging met geweld tegen jonge slachtoffers. Zo vond op 10 januari 2024 een incident plaats op de ’s-Gravelandseweg in Schiedam. Hier hielden hij en zijn medeverdachten een slachtoffer staande en eisten zij dat het slachtoffer zijn zakken zou legen. Ze dreigden met een mes, sloegen hem in het gezicht, hielden hem bij de polsen vast en doorzochten zijn zakken. Het bleef uiteindelijk bij een poging tot diefstal, maar het geweld en de dreiging waren serieus.
Op 5 februari 2024 vond een ander ernstig incident plaats op het Stationsplein van Schiedam-Oost. Daar werd opnieuw een slachtoffer aangesproken. De jongen vroeg wat het slachtoffer ‘voor hen had’ en dwong hem onder bedreiging tot het afstaan van zijn bankpas, pincode en telefoon. Kort daarna werd met de verkregen pas geld opgenomen. De rechtbank acht bewezen dat sprake is van afpersing én diefstal met gebruik van een valse sleutel.
Op 20 februari 2024 is het raak in Vlaardingen, waar twee straatroven plaatsvonden. De eerste vindt plaats in het centrum, in de Zomerstraat. Daar wordt een slachtoffer vastgepakt, tegen een auto geduwd en gefouilleerd. Een AirPod-doosje, een losse AirPod en sleutels worden meegenomen. Het slachtoffer is zichtbaar geschrokken. Diezelfde dag vindt een tweede straatroof plaats, ditmaal op het Veerplein. Het slachtoffer wordt door meerdere jongeren onder druk gezet om geld af te geven. Hij wordt tegen een muur geduwd, gefouilleerd en er wordt gedreigd met fysiek geweld en het gebruik van messen als hij niet zou meewerken. Een portemonnee met geld, een pinpas en een gouden Pokémonkaart worden weggenomen. De dadr en zijn medeverdachten dwingen het slachtoffer zelfs mee te lopen naar de Albert Heijn om zijn pincode af te geven.
Op 25 maart 2024 mishandelt de 13-jarige, samen met anderen, een slachtoffer op het Marnixplantsoen in de Westwijk. Het slachtoffer wordt geslagen op het hoofd, op de grond gegooid en meerdere keren geschopt en geslagen terwijl hij weerloos op de grond ligt. Hij houdt hieraan pijnklachten over aan hoofd, rug en benen, evenals blauwe plekken en zwellingen in het gezicht.
Uit psychologische rapporten blijkt dat de jongen lijdt aan een normoverschrijdende gedragsstoornis. Hij toont weinig berouw en overschrijdt steeds vaker grenzen zonder stil te staan bij de gevolgen voor anderen of zichzelf. De kans op herhaling wordt als hoog ingeschat. Ook uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming blijkt dat het niet goed gaat met de jongen. Hij heeft eerdere voorwaarden tijdens schorsing geschonden, vertoont impulsief gedrag en laat zich beïnvloeden door negatieve contacten in zijn omgeving. De thuissituatie biedt onvoldoende ondersteuning. Daarom adviseert de Raad – in lijn met de jeugdreclassering – om de behandeling en begeleiding onder voorwaarden dwingend op te leggen.
Bij een eerdere zaak in december 2023 heeft de kinderrechter al een voorwaardelijke werkstraf van 10 uur opgelegd voor het bezit van een verboden wapen. Omdat de nieuwe feiten zijn gepleegd binnen de proeftijd, heeft de rechtbank ook de uitvoering van deze taakstraf gelast. De rechtbank heeft de jongen ook veroordeeld tot het betalen van 542,50 euro aan een van de slachtoffers voor materiële schade. Het gaat onder meer om kosten voor het vervangen van sloten, nadat zijn sleutels waren gestolen. De schadevergoeding moet hoofdelijk worden betaald, wat betekent dat ook de mededaders aansprakelijk zijn.
De rechtbank oordeelt dat de ernst, aard en hoeveelheid van de feiten vragen om een stevige straf. Van de 135 dagen jeugddetentie hoeft de jongen er 45 daadwerkelijk uit te zitten. De overige 90 dagen worden voorwaardelijk opgelegd om hem een kans te geven zijn gedrag te verbeteren. Hij moet zich in de proeftijd houden aan strikte voorwaarden, waaronder: melden bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond; zich inzetten voor school; meewerken aan behandeling bij Fivoor of een vergelijkbare instantie; meewerken aan hulpverleningstrajecten zoals vastgesteld door de jeugdreclassering; geen contact met de slachtoffers en medeverdachten; zich houden aan de regels van de woonvoorziening waar hij geplaatst wordt.
Dit staat ook wel bekend als: Een gevaarlijke gek.
En die ouders? Die mogen wat mij betreft ook gestraft worden, gooi ze maar 10 jaar de gevangenis in.