WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

‘ILLEGAAL HOORT IN DETENTIECENTRUM ROTTERDAM’

ROTTERDAM– De rechtbank heeft het beroep van een man die in vreemdelingenbewaring zit in het detentiecentrum Rotterdam, ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring terecht is opgelegd en blijft gelden. De man, die zegt van Syrische afkomst te zijn, is op 17 april 2025 in bewaring gesteld op basis van meerdere gronden die samen aantonen dat hij zich aan toezicht zou kunnen onttrekken en meewerking aan zijn uitzetting weigert.

Tijdens de zitting, die plaatsvond via videoconferentie, is de man vanuit het detentiecentrum gehoord. Hij is bijgestaan door een advocaat in Groningen en een tolk. De vertegenwoordiger van de minister van Asiel en Migratie was eveneens aanwezig.

Volgens de minister is de bewaring nodig omdat de man Nederland illegaal is binnengekomen, geen geldig verblijfsrecht heeft en al eerder een vertrekplicht heeft genegeerd. Ook zou hij wisselend en onvolledig hebben verklaard over zijn identiteit, reis en nationaliteit. De man gebruikt meerdere namen en beschikt niet over eeb geldig identiteitsbewijs. Daar komt bij dat hij zelf heeft gezegd niet terug te willen keren naar Algerije of Marokko. Daarnaast beschikt hij niet over een vaste verblijfplaats, heeft hij zich niet gehouden aan de regels voor vreemdelingen en kan hij niet in zijn eigen onderhoud voorzien. De rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden de bewaring rechtvaardigen. Het risico dat hij zich aan toezicht zal onttrekken of de uitzettingsprocedure zal dwarsbomen, is volgens de rechtbank reëel.

De man voert aan dat hij zou zijn geadopteerd door een Spaans echtpaar en daarom mogelijk Spaans staatsburger is. De rechtbank wijst dit verweer van de hand, omdat hij geen enkel bewijs daarvoor heeft overgelegd. Alleen verklaren dat hij Spaans spreekt en dat hij als kind in Spanje zou hebben gewoond, is volgens de rechter onvoldoende. Het is aan de man om bewijs van Spaanse nationaliteit aan te leveren.

Ook het betoog dat de minister vanwege medische redenen een minder ingrijpende maatregel had moeten overwegen, wordt verworpen. De medische zorg in het detentiecentrum is volgens de rechtbank vergelijkbaar met die buiten detentie en de minister heeft terecht aangegeven dat de man daar gebruik van kan maken. Verder vindt de rechtbank dat de minister voortvarend te werk is gegaan. Kort na de inbewaringstelling zijn aanvragen voor een zogenoemde laissez-passer ingediend bij zowel de Algerijnse als de Marokkaanse autoriteiten. Omdat geen van deze landen te kennen heeft gegeven een lp te weigeren, is er volgens de rechtbank nog steeds zicht op uitzetting. Het verzoek om schadevergoeding wegens onterechte bewaring is daarom eveneens afgewezen.

Tegen deze uitspraak kan de man nog binnen een week hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *