WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

GEEN VERVOLGING NA OPZETTELIJKE BRANDSTICHTING SPIJKENISSE

ROTTERDAM– De rechtbank Rotterdam heeft bepaald dat Sander H., een 43-jarige geboren Amsterdammer, niet strafbaar is voor het opzettelijk stichten van een woningbrand in Spijkenisse. Hoewel de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen acht, wordt H. ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij tijdens het incident volledig ontoerekeningsvatbaar was. Deze uitspraak is conform de eis van de officier van justitie.

De brand vond plaats op 2 maart 2023 in de woning van H. aan de Iepenlaan in Spijkenisse. De brand ontstond in de keuken, maar ook de woonkamer raakte deels uitgebrand. Volgens de rechtbank was het vuur het gevolg van opzettelijk handelen door H., die alle vier de gaspitten van het fornuis had opengedraaid en ontstoken, zonder dat er pannen op stonden. Brandbaar materiaal kwam in aanraking met de vlammen, waardoor het vuur zich kon ontwikkelen.

Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) bleek dat het gasfornuis voorzien was van druk- en draaibeveiliging. Dit betekent dat menselijke handelingen nodig zijn om de gaspitten aan te zetten. Bovendien toonden sporen in het roet aan dat H. na het uitbreken van de brand nog in de woonkamer is geweest. Desondanks belde hij geen hulpdiensten. De brandweer trof hem aan in de douchecabine op de eerste verdieping, met openstaande kranen en verstopte afvoeren.

De rechtbank acht bewezen dat H. de brand opzettelijk heeft veroorzaakt door brandbaar materiaal in contact te brengen met open vuur. Dat hij vervolgens de ruimte verliet en geen hulp inriep, maakt volgens de rechtbank duidelijk dat hij zich willens en wetens heeft blootgesteld aan het risico dat de brand zich zou verspreiden en schade zou aanrichten aan zijn woning en mogelijk aan aangrenzende woningen. Toch ziet de rechtbank af van een strafoplegging. Op basis van uitgebreide Pro Justitia-rapportages van onder meer een klinisch psycholoog en twee psychiaters staat vast dat H. ten tijde van het incident leed aan een ernstige psychische stoornis. Diagnoses luiden onder meer: een manisch psychotisch toestandsbeeld in het kader van een bipolaire-I-stoornis, paranoïde gedachten, en een stoornis in cannabisgebruik. De verdachte had al maanden voor het incident last van ernstige verwardheid, chaotisch denken en hallucinaties. In januari 2023 werd hij al opgenomen in een GGZ-instelling na een crisissituatie, waar sprake was van een psychose. Enkele weken later, op de dag van het incident, was hij opnieuw angstig, schreeuwde hij bij zijn aanhouding, sprak hij in zichzelf en toonde hij verward en wisselend gedrag. De rechtbank acht de bevindingen van de deskundigen overtuigend en neemt hun conclusie over: H. kon zijn wil en gedrag op het moment van de brand niet in vrijheid bepalen. Dat betekent dat hij juridisch niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor zijn daden.

Het oordeel is dat het bewezen verklaarde strafbaar is, namelijk opzettelijke brandstichting met gevaar voor goederen, maar dat H. door zijn geestelijke toestand niet strafbaar is. Hij wordt dan ook ontslagen van alle rechtsvervolging. In de uitspraak is geen maatregel, zoals tbs, opgenomen. Daarmee eindigt de zaak zonder verdere strafrechtelijke gevolgen voor H., die momenteel verblijft in de gevangenis van Alphen aan den Rijn.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. D.F. Smulders en rechters mr. H.J. de Kraker en mr. G.C. Bos. De zitting vond plaats in aanwezigheid van griffier mr. H. Tchang.

Eén gedachte over “GEEN VERVOLGING NA OPZETTELIJKE BRANDSTICHTING SPIJKENISSE

  1. Geen huiseigenaar doet dit met zijn woning, weer een huurder, Maar ja, als een van de rechters een kraker is vindt hij dit normaal en volgt er vrijspraak. Ik ben benieuwd welk huiseigenaar zijn woning aan deze idiot gaat verhuren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *