ROTTERDAM– Volgens het Rotterdamse stadsbestuur is er bij het incident in november 2024 bij de BP-raffinaderij geen sprake geweest van gevaar voor het milieu of de volksgezondheid. Er zijn geen schadelijke stoffen in de grond of het water terechtgekomen, en er was geen sprake van stankoverlast in de omgeving. GroenLinks heeft het stadsbestuur om opheldering gevraagd na berichten over het overpompen van miljoenen liters olieachtige stof.
De situatie ontstond toen er olie werd waargenomen op het dak van een opslagtank bij de BP-raffinaderij in de Europoort. Aanvankelijk werd gevreesd voor een lekkage. Uit onderzoek zou blijken dat de vloeistof op het dak water was met een dun laagje olie, dat uiteindelijk via de hemelwaterafvoer naar een afvalwaterzuivering is geleid. Er zijn geen stoffen in de bodem of het water terechtgekomen, aldus de gemeente.
Hoewel er enige uitstoot plaatsvond via de lucht, overschreden de gemeten waarden van schadelijke stoffen de limieten niet. Hierdoor werden de gevolgen voor de luchtkwaliteit als beperkt bestempeld. De DCMR Milieudienst Rijnmond bevestigde dat er in dezelfde periode geen klachten over geur zijn ontvangen die gerelateerd zijn aan dit incident. Eerdere meldingen van geuroverlast in Hoogvliet en omgeving zijn volgens de gemeente niet gekoppeld aan het voorval bij BP.
De BP-raffinaderij staat al onder streng toezicht van de DCMR vanwege eerdere incidenten. GroenLinks en de Partij voor de Dieren uitten opnieuw zorgen over de risico’s van dergelijke bedrijven voor de volksgezondheid en het milieu. Hoewel de oorzaak van dit specifieke incident is herleid tot een verstopping in de dakafvoer, is er volgens de gemeente geen sprake van nalatigheid. Het onderhoud is uitgevoerd volgens de geldende normen, en BP heeft preventieve maatregelen genomen, zoals regelmatige controles van de afvoeren en het inzetten van drones na zware regenval.