BERKEL EN RODENRIJS- Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag 42 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk, geëist tegen drie mannen die verantwoordelijk worden gehouden voor een dodelijke brand in een drugslab in Berkel en Rodenrijs. Bij de brand op 28 april 2024 kwam een 20-jarige man uit Rotterdam om het leven. Het OM houdt de verdachten verantwoordelijk voor de omstandigheden die leidden tot de tragedie.
Rond 15.30 uur ’s middags zien bewoners aan de Noordeindseweg rook opstijgen uit een schuur die aan hun woning grenst. Zij alarmeren direct de hulpdiensten. Terwijl de vlammen steeds heviger worden, zien meerdere getuigen twee mannen wegrennen. Niet veel later houdt de politie een 21-jarige Rotterdammer en een 29-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats aan. Beide mannen ruiken sterk naar rook en hebben acetonresten aan hun schoenen, een stof die vaak wordt gebruikt bij de productie van drugs.
De brandweer, die het vuur onder controle krijgt, treft in de schuur chemicaliën zoals ammoniak en aceton aan, wat wijst op een werkend drugslab. Het lab werd vermoedelijk gebruikt voor het extraheren van cocaïne. De precieze oorzaak van de brand blijft onduidelijk, maar chatberichten tussen de verdachten, waarin sprake is van problemen met de stroomvoorziening, wijzen op mogelijke kortsluiting.
Uit het onderzoek blijkt dat de twee aangehouden mannen op het moment van de brand in de schuur aanwezig waren, samen met het slachtoffer. Zij waren bezig met de voorbereiding en productie van cocaïne. De officier van justitie benadrukte tijdens de zitting de enorme risico’s van een drugslab: “Het werken met gevaarlijke stoffen door mensen zonder enige kennis of ervaring leidt vaak tot levensgevaarlijke situaties, zoals hier is gebleken.” Volgens het OM is het overlijden van de 20-jarige man aan de verdachten toe te rekenen.
Naast de twee mannen die in het lab aanwezig waren, is ook een 31-jarige man uit Rotterdam aangehouden. Hij was niet ter plekke tijdens de brand, maar wordt door het OM gezien als de organisator en aanstuurder van het drugslab. Zijn betrokkenheid blijkt onder meer uit chatgesprekken op zijn telefoon, waarin hij uitvoerig communiceert over de productie en verwerking van drugs. Volgens het OM zou het lab zonder zijn coördinatie niet hebben gefunctioneerd.
De aanklager hekelde het gebrek aan verantwoordelijkheid van de twee verdachten die in het lab aanwezig waren. Zij sloegen op de vlucht en namen niet de moeite om hulpdiensten te waarschuwen. “Zij hadden 112 kunnen bellen en kunnen melden dat er mogelijk nog iemand in de schuur was. Wellicht had de brandweer het slachtoffer dan nog kunnen redden,” aldus de officier van justitie.
Het OM noemde het overlijden van het slachtoffer een tragische en volkomen zinloze gebeurtenis. “Een jongeman die plannen had voor de toekomst, om te trouwen met zijn geliefde en een leven op te bouwen. Hij verdiende niet om op deze manier te sterven.”
Voor de twee mannen die aanwezig waren in het lab, benadrukt het OM dat hun stilzwijgen en vluchtgedrag hun schuld alleen maar verzwaren. Ondanks dat de 31-jarige verdachte niet fysiek aanwezig was, beschouwt het OM zijn aandeel als even groot. “Zonder zijn aansturing was dit lab er niet geweest en had deze tragedie wellicht voorkomen kunnen worden.”
De officier van justitie eist daarom tegen alle drie de verdachten een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Het OM hoopt hiermee een krachtig signaal af te geven over de ernstige gevaren van drugsproductie en de risico’s die daarmee samenhangen.
De rechtbank doet binnenkort uitspraak.
