VLAARDINGEN- Het is nog onzeker of de lokale lasten in Vlaardingen met 6 euro per maand zullen stijgen. Dat is slechts een ruwe schatting, geeft het stadsbestuur toe. De stijging hangt af van verschillende factoren die nog niet vaststaan, zoals de WOZ-waarden en de kosten voor afval en riolering in 2024.
De WOZ-waarde is de waarde van een woning of bedrijfspand die elk jaar door de gemeente wordt vastgesteld. Deze waarde bepaalt hoeveel onroerendezaakbelasting (OZB) u moet betalen. De OZB is een percentage van de WOZ-waarde. Als de WOZ-waarde stijgt, stijgt ook de OZB die u moet betalen. De gemeente Vlaardingen verwacht dat de WOZ-waarden in 2024 zullen stijgen, omdat de huizenprijzen in Nederland blijven stijgen.
De kosten voor afval en riolering zijn ook afhankelijk van de WOZ-waarde, maar ook van het aantal mensen dat op een adres woont en het waterverbruik. De gemeente Vlaardingen brengt deze kosten in rekening via de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De afvalstoffenheffing is een bedrag dat u betaalt voor het ophalen en verwerken van uw huisvuil. De rioolheffing is een bedrag dat u betaalt voor het onderhoud en de verbetering van het rioolstelsel. De gemeente Vlaardingen verwacht dat ook deze kosten in 2024 zullen stijgen, omdat er meer afval wordt geproduceerd en omdat het rioolstelsel verouderd is.
Vlaardingen baseert zich voor de OZB-opbrengst op de consumentenprijsindex (CPI) die het CBS in januari 2023 heeft gepubliceerd. Voor 2024 is dat een verhoging van 7,6%. De tarieven en verhogingen in andere steden zijn nog niet bekend of nog niet definitief. Schiedam en Rotterdam gebruiken meestal ook de CPI om hun belastingopbrengsten te verhogen. De CPI is een maatstaf voor de prijsontwikkeling in Nederland. Het CBS geeft elke maand informatie over de CPI. Daarin wordt kort uitgelegd wat de CPI inhoudt, hoe deze wordt berekend, welke verschillende CPI-reeksen er zijn en hoe deze in de praktijk worden gebruikt.
De CPI meet hoeveel duurder of goedkoper producten en diensten worden in vergelijking met een basisjaar. Het basisjaar is 2015, waarvoor de CPI op 100 is gesteld. Als de CPI in 2024 bijvoorbeeld 107,6 is, betekent dit dat producten en diensten gemiddeld 7,6% duurder zijn geworden ten opzichte van 2015. De CPI wordt berekend aan de hand van een mandje van goederen en diensten die representatief zijn voor wat consumenten uitgeven. Dit mandje bestaat uit twaalf hoofdgroepen, zoals voeding, kleding, huisvesting, vervoer en gezondheid. Elke hoofdgroep heeft een bepaald gewicht in het mandje, afhankelijk van hoeveel consumenten eraan uitgeven. De CPI wordt gebruikt om onder andere lonen, pensioenen, uitkeringen en belastingen aan te passen aan de inflatie.
