SCHIEDAM- De 21-jarige Imrane S. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en een rijontzegging van 2 jaar voor het veroorzaken van het dodelijk ongeluk op 2 juni 2024 aan de Nieuwe Damlaan te Schiedam-Bijdorp. Dat is lager dan de eis van het Openbaar Ministerie, maar volgens de rechters passend, mede gezien de verminderde toerekeningsvatbaarheid. Het Openbaar Ministerie had eerder een celstraf van 6 jaar geëist, met daarbij een rijontzegging voor de duur van 10 jaar. Volgens de officier van justitie heeft S. zich schuldig gemaakt aan doodslag, gevaarlijk rijgedrag in ernstige mate en het verlaten van de plaats van het ongeluk. De rechtbank spreekt S. vrij van poging tot doodslag.
De jonge man, die de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit bezit, reed met een gestolen auto de 48-jarige Poolse voetganger aan, Matuszewski Swirski, die kort daarna aan zijn verwondingen overleed. S. reed door na het ongeluk en liet het slachtoffer in hulpeloze toestand achter. Op de bewuste avond in juni vorig jaar bestuurde S. zonder rijbewijs een gestolen grijze Seat Leon. Uit camerabeelden en getuigenverklaringen blijkt dat hij tussen de 78 en 85 kilometer per uur reed op een weg waar 50 kilometer per uur is toegestaan. De aanrijding vond plaats aan de Nieuwe Damlaan in Schiedam, waar de verkeerslichten op dat moment op oranje knipperden. Twee voetgangers wilden de weg oversteken: de Poolse Matuszewski Swirski en een vriend van hem. Laatstgenoemde kon ternauwernood wegduiken. Swirski werd vol geraakt door de auto van S., belandde op de voorruit, viel op de weg, waarna de auto over hem heen reed. Vervolgens is het lichaam van het Poolse slachtoffer nog 330 meter meegesleurd tot bij het Tango tankstation tegenover sporthal Margriet.
Volgens de rechtbank heeft S. de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer bewust aanvaard. ‘De verdachte hield er serieus rekening mee dat hij het slachtoffer had geraakt en desondanks reed hij door’, aldus het vonnis. ‘De verdachte moet hebben gemerkt dat de auto omhoog bewoog, dat hij over iets heen reed en dat de auto daarna anders reageerde. Toch is hij gas blijven geven.’ S. stapte niet uit om te kijken wat hij had geraakt en of er hulp nodig was. Ook bij het tankstation, waar het lichaam loskwam van onder de auto, verliet hij de plaats zonder zich om het slachtoffer te bekommeren. Volgens zijn verklaring handelde hij ‘uit paniek’. Pas anderhalve dag later meldde hij zich bij de politie, onder druk van mensen uit zijn omgeving. Tot die tijd had hij zich verborgen gehouden en zelfs gedaan alsof er niets aan de hand was, ook toen hij nabij zijn huis agenten met een speurhond zag zoeken.
De rechtbank neemt het de Marokkaan zeer kwalijk dat hij het slachtoffer in een ‘uiterst hulpeloze toestand’ heeft achtergelaten en zich alleen druk leek te maken over zijn eigen hachje. De dood van Swirski veroorzaakte groot leed bij de nabestaanden en was bovendien traumatisch voor zijn vriend, die alles van dichtbij meemaakte.
De rechtbank oordeelt dat S. zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag, zeer gevaarlijk rijgedrag in ernstige mate (art. 5a Wegenverkeerswet), het verlaten van de plaats van het ongeval (art. 7 Wegenverkeerswet) en medeplegen van witwassen. S. was ten tijde van het ongeluk niet in het bezit van een rijbewijs, had de gestolen auto niet zelf ontvreemd, hoewel hij wel wist dat deze gestolen was, maar volgens de rechtbank is geen sprake van ‘vol opzet’, wél van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Dit houdt in dat S. bewust het risico aanvaardde dat zijn handelen tot de dood van een ander zou kunnen leiden.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met psychologische rapporten. Bij S. is sprake van een aandachtsdeficiëntiestoornis (zoals ADHD) en een stoornis in het gebruik van cannabis. Ten tijde van het incident had hij moeite met het overzien van situaties en het inschatten van consequenties. Hij reageert in stressvolle situaties vaak met ontwijken of passiviteit. Desondanks acht de rechtbank hem strafbaar, zij het in verminderde mate toerekeningsvatbaar voor de feiten van doodslag, gevaarlijk rijgedrag en het verlaten van de plaats van het ongeluk. Voor het medeplegen van witwassen wordt hij enigszins verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De deskundigen adviseren toepassing van het volwassenenstrafrecht, mede gezien de ernst van het feit en het schrikeffect op de verdachte zelf. De rechtbank volgt dit advies.
Een eerder veroordeling voor soortgelijke feiten is niet aanwezig. Toch ziet de rechtbank geen aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, zoals door de reclassering is geadviseerd. De ernst van de feiten laat volgens de rechtbank geen ruimte voor een voorwaardelijk deel.
Een benadeelde partij die zich had gevoegd in de strafzaak, is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De gevraagde materiële en immateriële schade houdt volgens de rechtbank geen rechtstreeks verband met de bewezen feiten.
D666 rechters….ongekend tuig. Hoezo deze eencellige geen 6 jaar de bak in en hoezo geen 10 jaar rijverbod? Over 3 jaar loopt dit gezwel weer vrij rond en zal ie weer t nieuws halen…wie heeft ooit bedacht dat deze cultuur een verrijking was?
Inderdaad, denk dat iedereen het wel met je eens is! (vindt zelf 6 jaar nog te weinig, denk eerder aan 15 jaar)