VLAARDINGEN- Een 52-jarige werknemer van PostNL Pakketten Benelux B.V. is door de kantonrechter in Den Haag in het ongelijk gesteld in zijn poging om zijn ontslag op staande voet aan te vechten. De man had verzocht om zijn re-integratiewerkzaamheden te mogen uitvoeren in de loods in de Taanderijstraat te Vlaardingen in plaats van op het hoofdkantoor in Den Haag, maar dat verzoek is niet ingewilligd. Uiteindelijk verrichtte hij tijdens ziekte werkzaamheden voor een derde, wat hem zijn baan kostte.
De werknemer, sinds december 2022 in dienst als pakketbezorger, meldde zich eind 2023 ziek. Volgens de bedrijfsarts was aangepast werk mogelijk. De man verrichtte daarop enkele uren per dag administratief werk, maar gaf aan dat het dagelijks reizen naar Den Haag voor hem belastend was. Hij vroeg meerdere keren of hij in de loods in Vlaardingen mocht re-integreren, dichter bij zijn woonplaats, maar kreeg daarvoor geen toestemming.
In mei 2024 werd hij betrapt terwijl hij pakketjes rondbracht in een bestelbus samen met zijn vrouw, terwijl hij officieel ziek was. De rechter oordeelde dat het verrichten van werkzaamheden voor een ander bedrijf, zonder overleg met de werkgever of arbo-arts, een geldige reden is voor ontslag op staande voet. Het feit dat hij naar eigen zeggen geen loon voor die werkzaamheden kreeg, deed daar niets aan af.
De rechter wees het verzoek van de werknemer om zijn ontslag te vernietigen af, net als zijn vorderingen tot doorbetaling van loon na mei, een schadevergoeding en een transitievergoeding. Wel moet PostNL nog het openstaande salaris over de periode tot het ontslag betalen, inclusief wettelijke rente en verhoging. Het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst werd nietig verklaard, omdat de werkgever geen verweer had gevoerd tegen dat onderdeel van het verzoek.